Inhoud synchroniseren,
ophalen of verzenden
Na de eerste overdracht kunt u, afhankelijk van het model
van het andere apparaat, een van de volgende opties
kiezen om een nieuwe overdracht te starten:
Hiermee synchroniseert u inhoud tussen de Nokia N81
en het andere apparaat als het andere apparaat
synchronisatie ondersteunt. De synchronisatie verloopt
in twee richtingen. Als een item op het ene apparaat is
verwijderd, wordt het ook op het andere verwijderd. U kunt
verwijderde items niet terugzetten via een synchronisatie.
Hiermee haalt u gegevens van het andere apparaat op
naar uw Nokia N81. Met het ophalen van gegevens worden
gegevens van het andere apparaat overgebracht naar uw
Nokia N81. Afhankelijk van het apparaat, is het mogelijk
dat u wordt gevraagd of u de oorspronkelijke gegevens in
het andere apparaat wilt behouden of verwijderen.
Hiermee verzendt u gegevens van de Nokia N81 naar
het andere apparaat.
Als
Tel.overdracht
een item niet kan overbrengen, kunt u –
afhankelijk van het type van het andere apparaat – het
Uw Nokia N81
15
item toevoegen aan de
Nokia-map
C:\Data\Nokia of
E:\Data\Nokia en het daarvandaan overbrengen. Wanneer
u de map selecteert om over te brengen, worden de items
gesynchroniseerd in de corresponderende map in het
andere apparaat, en omgekeerd.
Snelkoppelingen gebruiken om een overdracht
te herhalen
Na een gegevensoverdracht kunt u een snelkoppeling bij
de overdrachtinstellingen in de hoofdweergave opslaan
waarmee u dezelfde overdracht later opnieuw kunt
uitvoeren.
Als u de snelkoppeling wilt bewerken, gaat u ernaartoe en
selecteert u
Opties
>
Snelkoppellingsinstllngn
. U kunt
bijvoorbeeld de naam van de snelkoppeling maken of
wijzigen.
Na elke overdracht wordt een overdrachtlogbestand
weergegeven. Als u het logbestand van een vorige
overdracht wilt bekijken, gaat u naar een snelkoppeling in
de hoofdweergave en selecteert u
Opties
>
Log bekijken
.
Overdrachtconflicten afhandelen
Als een item dat u wilt overbrengen in beide apparaten is
bewerkt, wordt automatisch geprobeerd de wijzigingen
samen te voegen. Als dit niet mogelijk is, ontstaat een
overdrachtconflict. Selecteer
1 voor 1 controleren
,
Prioriteit deze telefoon
, of
Priorit. andere telefoon
om het conflict op te lossen. Selecteer
Opties
>
Help
voor
meer instructies.